Driehoekskunde

Driehoekskunde beschrijft wat er in de relatie tussen familie, cliënt en professional gebeurt en wat er hoort te gebeuren.

Een belangrijk uitgangspunt van de Driehoekskunde is die van de Volgorde. Driehoeken beginnen met familie. Familie was er eerst, familie/naasten staan aan de basis van ieder persoon. De driehoek zoals hieronder afgebeeld noemen wij de oerdriehoek. De oerdriehoek bestaat uit de mens en zijn naasten.  



Als er professionals betrokken worden, maken de naasten ruimte om de professionals toe te laten. De zorgdriehoek ontstaat. Denk bijvoorbeeld aan de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau. Of de peuterjuf, de leerkracht van de basisschool, de huisarts, begeleiders. En de mentor van de middelbare school, misschien wel een specialist van het ziekenhuis, maar ook de verzorgers in een verpleeghuis. 
Professionals komen als laatste in de driehoek. Zij zullen ook als eerst weer vertrekken. Bijvoorbeeld door een nieuwe baan of een verhuizing. In de Driehoekskunde spreken wij daarom van passanten.
Hieronder heb ik de zorgdriehoek getekend: links aan de basis staan de naasten (rood), aan de top de cliënt/leerling (geel)  en rechts aan de basis de professionals (blauw).

Deze professionals komen als laatst, maar zijn als eerst verantwoordelijk voor een goede samenwerking binnen de driehoek. In die zin zijn professionals er dus niet alleen voor de cliënt, maar zeker ook voor de naasten. Naasten vertrouwen hun kind, vader, moeder, broer of zus, niet zomaar toe aan vreemden. 
Logisch verhaal, toch?

De praktijk leert echter dat dit logische verhaal in de praktijk behoorlijk complex kan zijn.
Met regelmaat worden driehoeken zelfs als ‘onmogelijk’ ervaren. Ik help je graag!